‘Je moet je hart volgen’, antwoordde mijn moeder op mijn vraag of ik me zou inschrijven voor een lapje grond van 15 vierkante meter. Ik twijfelde of ik genoeg tijd zou hebben, of ik het wel zou kunnen, of er überhaupt iets zou groeien/bloeien/oogstrijp zou worden. Maar het leek me zo gaaf: een eigen stukje grond om groenten en kruiden te verbouwen. Zelf gekweekt lekkers op mijn bord. En na mijn moeders wijze woorden besloot ik mij op een zonnige vrijdagmiddag aan te sluiten in de rij voor het huren van een buurttuin.
Dat de buurttuinen populair zijn, wist ik al van vorig jaar. Toen viste ik ruim achter het net. Dus toog ik nu op tijd, ruim een half uur voordat de inschrijving zou starten, naar het kantoor waar de tuinen verdeeld zouden worden. Ik kon meteen achteraan sluiten, de rij liep al tot buiten. Achter mij groeide het aantal belangstellenden ook razendsnel en er werden zelfs pogingen gedaan om voor te dringen. De buurttuin is populair in Den Haag.
Op verschillende plaatsen zijn stukken grond beschikbaar voor mensen die graag hun groene vingers aan het werk willen zetten. Voor 27 euro mag je één seizoen je eigen groente, kruiden en bloemen verbouwen. Een seizoen loopt van 15 maart t0t 15 november. De tuin moet daarna schoon opgeleverd worden en mocht je het jaar erop weer willen tuinieren, dan moet je opnieuw in de rij. Het is dus geen volkstuin die je zo lang je wilt kunt huren.
Ik heb thuis alleen een smal balkon waar de zon, ook in de zomer, pas na 15 uur op schijnt. Ik heb al eens wat pogingen gedaan er kruiden te kweken, maar dat was geen succes. Vaak is er te weinig zon en hartje zomer brandt juist alles weg. De ruimte is er ook beperkt, dus een courgetteplant bijvoorbeeld kan ik wel vergeten. Met het huren van een buurttuin heb ik 15 vierkante meter grond tot mijn beschikking, ruim voldoende voor het telen van groente en kruiden voor mij alleen.
Na een klein uurtje stond ik glunderend voor de mevrouw die de buurttuinen in mijn wijk beheert. Ze overhandigde mij een envelop met daarop de datum voor een bijeenkomst waar ik meer informatie over de tuin zou krijgen én de tuinen daadwerkelijk toegewezen zouden worden. Ik had wel alvast de zekerheid dat ik een plekje had bemachtigd. Ik voelde mijn vingers al tintelen bij het idee: groene-vingers-in-wording?
Een week later zat ik in een wat kaal lokaal met een handjevol medetuinders te luisteren naar de beheerder die op een digitaal lesbord de regels van de buurttuin uitlegde. Zo is water geven aan plantjes niet nodig, ‘daar worden ze alleen maar verwend en lui van’, is de tuin volledig biologisch en is zelf bemesten niet toegestaan en onnodig, is er gereedschap aanwezig (handig!) en is het niet de bedoeling dat de tuin voor commerciële doeleinden gebruikt wordt. Ook mag ik er niet barbecueën, zijn aardappels niet welkom en wordt het afgeraden om tomaten te kweken. Dat lukt namelijk vaak niet.
Na de bijeenkomst werden we één voor één een kantoortje in geroepen en na betaling van 27 euro voor de tuin en 4 euro voor de sleutel mocht ik me de trotse huurder van een buurttuin noemen. Woei!
En nu? Nu is het bijna 15 maart en dat betekent: aan de slag! Vandaag heb ik alvast mijn balkon schoongemaakt zodat ik potjes kwijt kan om voor te zaaien en te kweken. Ik heb al wat zaden, maar ik zag vandaag bij de Ekoplaza nog veel meer fijns om te zaaien. Kervel bijvoorbeeld en pastinaak. Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik best wel wat zenuwachtig ben geworden, nu ik bijna aan de slag kan. Ik weet helemaal niet zo goed waar ik moet beginnen en wat ik kan verwachten. Een beetje inlezen en plannen kan geen kwaad dus. Een zaai/kweekplan, dat is stap 1. En volgende week alvast ‘mijn’ lapje grond begroeten. Ik heb er in elk geval veel zin in en zie mezelf in gedachten al tevreden op een schoffel leunend kijken naar mijn bijna volgroeide courgettes en bossen met sla en rucola. Of deze fantasie waarheid wordt? Ik hou je op de hoogte!
Foto via Pixabay.